Begrijpelijk schrijven als professional: zo doe je dat!

Begrijpelijk schrijven: het lijkt zo gemakkelijk. Tot je de focus erop legt. Dan blijkt al snel: het is een kunst. De kunst van schrijven, maar ook van schrappen. Van schuiven en van structureren.
Schrijf je voor je werk? Dan is het belangrijk dat ook jij de kunst van begrijpelijke teksten schrijven beheerst. Of je nu e-mails, rapporten, blogs, webteksten of social media posts schrijft: duidelijke en toegankelijke taal maakt het verschil. De helderheid draagt bij aan een inclusieve samenleving. Als iedereen weet waar hij of zij aan toe is, heeft iedereen de kans om volwaardig mee te doen aan de maatschappij.
Dit artikel vertelt je stap voor stap hoe je een heldere tekst schrijft. En hoe je een bestaande tekst begrijpelijker maakt. Eerst kijken we naar wat begrijpelijk schrijven eigenlijk is. En waarom het zo belangrijk is. Daarna lees je hoe je een heldere, gestructureerde brief of e-mail opstelt. En ten slotte kijken we naar de details: Hoe structureer je een alinea zo, dat ‘ie zo helder mogelijk is? Hoe maak je een duidelijke zin? En welke woorden gebruik je wel en niet?
Inhoud van dit artikel
- Begrijpelijk schrijven: waarom is het nodig?
- Niet iedereen leest even goed
- Schrijf voor het juiste taalniveau
- Hoeveel interesse heeft je lezer?
- Begrijpelijk schrijven: wat is dat eigenlijk?
- Een begrijpelijke e-mail of brief? Met dit stappenplan lukt het sowieso!
- Begrijpelijk schrijven: de puntjes op de I
- Hoe schrijf je begrijpelijke alinea’s?
- Hoe schrijf je begrijpelijke zinnen?
- Hoe voorkom je lastige woorden?
Begrijpelijk schrijven: waarom is het nodig?

Je hoort steeds meer stemmen opgaan dat het zo belangrijk is om heldere taal te gebruiken. Volledig terecht, als je het mij vraagt. Waarom? Ik leg het je uit.
Niet iedereen leest even goed
Lezen. De één krijgt er niet genoeg van. En de ander krijgt het al Spaans benauwd als er een mailtje in z’n inbox verschijnt. Dat kan met interesse te maken hebben: de één heeft simpelweg meer liefde voor lezen dan de ander. Maar er zijn veel meer redenen waarom mensen moeite hebben met lezen:
- Alfa vs bèta: Elke set hersenen werkt anders. De één is beter in het begrijpen en analyseren van teksten. De ander is weer beter in formules en getallen.
- Concentratieproblemen: Veel mensen hebben moeite om zich voor langere tijd te concentreren. Dat kan aangeboren zijn, bijvoorbeeld door AD(H)D. Maar ook de vele afleidingen in onze moderne maatschappij spelen een grote rol. Social media bijvoorbeeld.
- Dyslexie: Deze leesstoornis maakt het moeilijk om woorden accuraat en vloeiend te lezen.
- Geheugenproblemen: Met een slecht kortetermijngeheugen vergeet je snel wat je net hebt gelezen.
- IQ: mensen met een lager intelligentieniveau leggen vaak minder snel verbanden. Ze verwerken informatie minder effectief en begrijpen complexe teksten minder goed.
- Leren lezen op latere leeftijd: Heb je nooit (de kans gehad om te) leren lezen? Als je ouder bent is het veel lastiger om het aan te leren.
- Taalbarrière: Ben je (nog) niet goed in Nederlands, omdat het niet je eerste taal is? Dan is het lezen van complexe teksten erg lastig. Zeker op latere leeftijd.
En zo zijn er meer redenen waarom mensen lezen lastig vinden.
Leef je in als schrijver
Teksten van organisaties zijn erg vaak te lastig voor de doelgroep. Met als gevolg dat veel lezers niet weten wat er van ze gevraagd of tegen ze gezegd wordt.
Het is niet altijd gemakkelijk om je in je doelgroep in te leven. Veel schrijvers maken de denkfout ‘Als ik het begrijp, dan begrijpt iemand anders het ook’.
Maar dat inleven is dus wel superbelangrijk! Ga er niet zomaar vanuit dat je lezer je begrijpt. Laat je eigen referentiekader even voor wat het is. Ga op de stoel van je lezer zitten. En schrijf een tekst die voor hem of haar te begrijpen is.
Schrijf je professioneel, dan is erkenning dus belangrijk. Erkenning dat niet iedereen de beste lezer is. De kans is heel groot dat een flink deel van jouw lezers niet zo goed kan lezen als jijzelf. Houd daar rekening mee. Want…wat is het nut van schrijven als je lezer je niet kan volgen?
Schrijf voor het juiste taalniveau
Taalniveaus maken het jou als schrijver gemakkelijk. Want: weet je welk taalniveau je lezer heeft? Dan volg je de richtlijnen die bij dat taalniveau horen. Die vertellen je hoe eenvoudig je tekst moet zijn.
De indeling van taalniveaus loopt van A tot en met C.‘Basisgebruikers’ van een taal hebben niveau A. Onafhankelijke gebruikers hebben niveau B. Vaardige gebruikers hebben niveau C. Die drie niveaus zijn verdeeld in de subniveaus A1, A2, B1, B2, C1 en C2. In de tabel hieronder lees je een korte omschrijving van wat lezers met elk taalniveau aankunnen.
Taalniveau | Wat kan een lezer met dit taalniveau? | Percentage Nederlanders (≈) |
---|---|---|
A1 | Begrijpt namen, veelvoorkomende woorden en zeer eenvoudige zinnen. | 5% |
A2 | Begrijpt korte, alledaagse teksten en voorspelbare, eenvoudige berichten. | 10% |
B1 | Begrijpt eenvoudige teksten over bekende onderwerpen. | 40% |
B2 | Begrijpt gedetailleerde teksten over diverse onderwerpen. | 25% |
C1 | Begrijpt lange, complexe teksten. Kan stijlen waarderen. | 10% |
C2 | Begrijpt elke tekst. Volledig en zonder moeite. Hoe abstract ook. | 5% |
Voor welk taalniveau schrijf je?
Hieronder lees je wanneer je welk taalniveau het beste inzet.
- Taalniveau A1 kun je meestal niet gebruiken: het is te simpel. Alleen als jouw tekst de enige manier is om je doelgroep te bereiken én het percentage mensen met taalniveau A1 tussen je lezers hoog is. Je kunt A1 alleen gebruiken als je boodschappen heel simpel zijn. Is je boodschap ingewikkelder? Kies dan voor een andere manier van communiceren.
- Taalniveau A2 kun je alleen gebruiken als je boodschappen héél simpel zijn. Ingewikkelde informatie kun je niet of nauwelijks communiceren op taalniveau A2. Schrijf je voor taalniveau A2? Houd er rekening mee dat mensen in de hogere taalniveaus (B2, C1, C2) afhaken. Die voelen zich al snel niet aangesproken omdat ze de tekst te simpel vinden.
- Taalniveau B1 is in veruit de meeste gevallen de beste oplossing om begrijpelijk te schrijven. Je bereikt er iedereen van taalniveau B1 tot en met C2 mee. Hou er wel rekening mee dat je mensen in de A-niveaus misschien op een andere manier moet benaderen.
- Taalniveau B2 kan een mooie oplossing zijn. Maar alleen als je zeker weet dat al je lezers dat niveau aankunnen. En dat ze jouw manier van schrijven waarderen.
- Taalniveau C1 en C2 wil je eigenlijk nooit gebruiken voor een informatieve tekst. Zelfs niet als je doelgroep het aankan. Want, let op: lezers die taalniveau C1 en C2 aankunnen vinden het alsnog erg prettig om heldere taal te lezen.
Hoeveel interesse heeft je lezer?
Hoeveel interesse heeft jouw lezer in wat je ‘m schrijft? Ook dit is erg belangrijk om te weten. Dit bepaalt namelijk hoeveel zin de lezer heeft om in jouw tekst te investeren.
Houd naast het taalniveau dus rekening met het interesseniveau van je lezer.
Heeft de lezer weinig interesse in het onderwerp van je tekst?
Houd dan je tekst zo kort mogelijk. Schrijf alleen de essentiële informatie op. Des te meer kans heb je dat de lezer alles leest.
Heeft de lezer veel interesse in het onderwerp van je tekst?
Dan is de lezer bereid om meer te investeren in het lezen van je tekst voordat ‘ie afhaakt.
Begrijpelijk schrijven: Wat is dat eigenlijk?

Begrijpelijk schrijven = Lezersgericht schrijven
Een begrijpelijke tekst is lezersgericht. Je gebruikt woorden die de lezer kent. Je gebruikt zinnen die de lezer begrijpt. En je structureert alinea’s zo, dat de lezer ze prettig leest.
Dat laatste klinkt logisch. Maar voor veel schrijvers is het lezersgericht structureren van een tekst flink wennen. Dat komt doordat we van huis uit vaak geleerd hebben om het andersom te doen: schrijversgericht. Ga maar na:
- Tijdens je studie leer je om de conclusie van je scriptie achterin het document te plaatsen.
- In wetenschappelijke publicaties staat de conclusie aan het einde van het artikel. Na de presentatie van het onderzoek, de resultaten en de discussie.
- De beslissing van een rechtbank bungelt onderaan het vonnis.
- De conclusie van een spannende thriller staat achterin het boek. Vaak op de laatste pagina.
Voor dat laatste voorbeeld is natuurlijk iets te zeggen. Als je op de eerste pagina van een Agatha Christie roman leest dat de butler het heeft gedaan… Hoeveel zin heeft het dan nog om verder te gaan?
Vaak staat de belangrijkste informatie standaard op een verkeerde plek
Een thriller lees je niet om geïnformeerd te worden, maar om je te vermaken. Voor de andere drie voorbeelden geldt dat niet. Je wilt de belangrijkste informatie snel weten. En dus blader je snel door naar de laatste pagina’s om de conclusie van de tekst te lezen. Pas daarna lees je de eerdere pagina’s.
Als je erover nadenkt is dat heel vreemd. Waarom zijn scripties, publicaties en vonnissen niet zo opgesteld dat de lezer er prettig doorheen leest? De belangrijkste informatie voor de lezer is de conclusie…. Dan kun je daar net zo goed mee beginnen, toch?
Maar goed, dat gebeurt dus niet. We kunnen stellen dat scripties, publicaties en vonnissen van oudsher geen lezersgerichte opbouw hebben. Zonde..
Lezersgericht: de belangrijkste informatie op een logische plek
Wil je jouw teksten begrijpelijk schrijven? Zorg dan dat de lezer niet hoeft te bladeren: zet de belangrijkste informatie aan het begin van je tekst. Zo reik je de belangrijkste informatie op een presenteerblaadje aan. Dát is lezersgericht schrijven.
Kent je lezer de conclusie, oftewel het belangrijkste nieuws? Dan ontwikkelen er zich vanzelf vragen in zijn of haar hoofd. Bijvoorbeeld:
- Waarom is de conclusie wat hij is?
- Waarom adviseer je me dit?
- Hoe moet ik doen wat je van me vraagt?
- Hoe kom je aan deze informatie?
- …enzovoorts.
Een lezersgerichte tekst beantwoordt die vragen direct na de conclusie. Ook weer op een logische volgorde. Zo voorkom je dat de lezer heen en weer moet bladeren in je tekst. Alle informatie staat op een plek die logisch, oftewel lezersgericht is.
In dit artikel lees je hoe je stap voor stap een lezersgerichte tekst opstelt. Zodat jouw lezer niet meer op zoek hoeft naar wat voor hem of haar belangrijk is.
Een begrijpelijke e-mail of brief? Met dit stappenplan lukt het sowieso!
Je weet nu waarom begrijpelijk schrijven nuttig, nodig en belangrijk is. En je weet globaal waar je op moet letten bij het schrijven van een begrijpelijke tekst.
Tijd voor het echte werk: met dit stappenplan leer je een professionele, begrijpelijke tekst te schrijven. We schrijven voor lezers met taalniveau B1 en hoger, omdat je daarmee het grootste deel van de lezers bereikt.
Het stappenplan hieronder gaat over het schrijven van een e-mail. Een brief is praktisch hetzelfde, dus daarvoor kun je dit stappenplan ook gebruiken. Ook webteksten, nieuwsberichten en rapporten gebruiken veel van dezelfde principes.
Klaar voor de start? Af!
Stap 1: Bedenk wat je wilt zeggen
Als je een tekst schrijft, heb je daar een reden voor. Je wilt iets bereiken. Je lezer iets vragen of vertellen bijvoorbeeld. Wat je de lezer wilt vertellen of vragen noemen we de boodschappen.
Zorg dat je voor jezelf goed helder hebt wat je de lezer wilt vertellen of vragen. Schrijf de boodschappen desnoods voor jezelf op.
Twee voorbeelden:
Voorbeeld

Voorbeeld 1: herinnering betaling
Je wilt dat de lezer een achterstallige rekening betaalt. Als de lezer deze maand niet betaalt, krijgt ‘ie een boete.
Voorbeeld

Voorbeeld 2: beëindiging huur
Je wilt de huur van je bedrijfspand opzeggen. Daarvoor wil je een afspraak maken voor de oplevering. Je verzoekt de pandeigenaar om de borg terug te betalen.
In de voorbeelden hierboven zie je dat de schrijver per voorbeeld meerdere boodschappen heeft. Dat is meestal zo: het komt niet vaak voor dat je echt maar één boodschap hebt als schrijver.
Stap 2: Schrijf in begrijpelijke taal op wat je wilt zeggen
In de tweede stap maak je de boodschappen uit stap 1 zo duidelijk mogelijk. Daarmee maak je ze begrijpelijk voor taalniveau B1. Dat betekent:
- Kort
- Actief en lezersgericht
- Gemakkelijk
Kort
Schrijf je voor mensen met taalniveau B1? Probeer je zinnen dan maximaal 12 woorden te laten bevatten.
Zorg dat een zin geen overbodige inhoud bevat. Eén boodschap per zin is het maximum. In het geval van de boodschappen bevat de zin dus alleen de boodschap. En niet per ongeluk ook een argument! Die argumentatie komt later.
Kijk op woordniveau of elk woord nodig is. Weeg elk woord af. Voegt een woord niets toe aan de zin? Laat het dan weg.
Actief en lezersgericht
Actief schrijven betekent dat je opschrijft wie het doet en wat hij of zij doet. Je voorkomt dus woorden als worden, kunnen, zullen en zijn. Die maken zinnen namelijk passief.
Lezersgericht betekent dat je de lezer centraal zet. Je gebruikt dus liever ‘u’ of ‘je’ dan ‘ik’, ‘wij’ of de naam van je organisatie.
Gemakkelijk
Schrijf je voor Taalniveau B1? Gebruik dan altijd meest begrijpelijke woord voor een betekenis.
Lastig woord | Begrijpelijke vervanger |
---|---|
alsmede | en |
betreffende | over |
dienen | moeten |
eveneens | ook |
hetgeen | wat |
inzake | over |
mits | als |
trachten | proberen |
wanneer | als |
En is het gemakkelijkste woord nog steeds te lastig voor iemand met taalniveau B1? Leg de betekenis dan uit.
We pakken de situaties uit stap 1 er weer bij. Dit zijn de boodschappen in begrijpelijke taal:
Voorbeeld

Boodschappen tekst 1 (herinnering betaling)
- Herinnering: betaal uw rekening van maart
- Zorg dat het bedrag uiterlijk 19 april op onze rekening staat.
Voorbeeld

Boodschappen tekst 2 (beëindiging huur)
- Ik beëindig vanaf 1 mei 2035 het huurcontract van Dorpsstraat 35.
- Laat u weten wanneer we kunnen afspreken voor de oplevering?
- Graag ontvang ik uiterlijk 15 mei de borg terug.
Stap 3: Schrijf de onderbouwing
Argumentatie, redenatie, onderbouwing… allemaal verschillende woorden voor praktisch hetzelfde. En: erg belangrijk! Want na jouw boodschap wil de lezer van alles weten. In de onderbouwing geef je daar antwoord op. Die vragen zijn vaak:
- Wie?
- Wat?
- Waar?
- Waarom?
- Wanneer?
- Hoe?
Stel, je hebt gesolliciteerd voor een nieuwe baan. Je krijgt een e-mail van de organisatie waar je hebt gesolliciteerd. De belangrijkste boodschap:
U hoort voor 16 maart of wij u uitnodigen voor een gesprek.
Wat wil je nu weten? Het antwoord op jouw vragen is de onderbouwing van de boodschap. Schrijft degene die reageert op jouw sollicitatie begrijpelijk? Dan ziet zijn of haar volledige alinea er ongeveer zo uit:
U hoort voor 16 maart of wij u uitnodigen voor een gesprek. U krijgt daarover een e-mail van mijn collega John van der Werf. We houden de gesprekken eind mei.
Deze onderbouwing geeft antwoord op de vragen die je als lezer waarschijnlijk hebt na het lezen van de boodschap:
- Hoe hoor ik van jullie?
- Van wie hoor ik?
- Wanneer houden jullie de gesprekken?
Ga dus altijd op de stoel van de lezer zitten als je je eigen boodschappen leest. Bedenk welke vragen de lezer gaat hebben als hij jouw boodschappen leest. Geef daarop zo goed mogelijk antwoord in je onderbouwing. Ook hier geldt: houd je zinnen kort, actief, lezersgericht en gemakkelijk. Net als in de vorige stap.
De situaties met het huurcontract en de betalingsherinnering zien er dan bijvoorbeeld zo uit:
Voorbeeld

Kernalinea's tekst 1 (herinnering betaling)
Betaal onze rekening van maart. Deze heeft u nog niet betaald. De uiterste datum hiervoor was 19 april. Het gaat om de rekening met nummer 34-101051. U vindt een kopie van de rekening bij deze e-mail.
Zorg dat het bedrag uiterlijk 12 mei op onze rekening staat. Na 12 mei verhogen wij dit bedrag met €50 administratiekosten. Vermeld bij uw betaling nummer 34-101051.
Laat van u horen als u vragen heeft. Heeft u vragen of opmerkingen? Bel ons dan via (012) 345 67 89. Of stuur een mailtje naar s.delange@lichtglans.nl.
Voorbeeld

Kernalinea's tekst 2 (beëindiging huur)
Ik beëindig vanaf 1 mei 2035 het huurcontract van Dorpsstraat 35. Dit doe ik namens Suretech Solutions. Vanaf deze datum gaan wij verder vanaf ons nieuwe adres: Brink 3 in Horstendam.
Stelt u een datum en tijd voor de oplevering voor? Graag zorg ik samen met u voor een soepele overdracht van het pand.
Graag ontvangen we voor 15 mei de €4.500 borg terug. Ik ga ervan uit dat u de inspectie van het pand voor deze datum kunt uitvoeren. U kunt de borg overmaken op rekening NL12KNAB0123456789 ten name van SureTech Solutions.
Ik hoor het graag als u vragen heeft. Bel me gerust via 06 123 456 78. Of stuur een e-mail naar f.belcanto@suretechsolutions.nl.
Stap 4: Voeg kopjes toe
Kopjes zorgen voor structuur. Ze trekken de aandacht van de lezer. Gebruik je kopjes goed? Dan vertellen ze het verhaal van je tekst, zonder dat je die helemaal hoeft te lezen.
Elke lezer is gebaat bij structuur, en dus bij kopjes. Maar zeker voor mensen met een lager taalniveau zorgen ze voor veel houvast.
De boodschap is duidelijk: gebruik kopjes in je tekst. Dat kan op 3 manieren. De tabel hieronder laat ze zien.
Soort kopje | Omschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
Kernwoorden | Het kopje vat de inhoud van de alinea samen in een paar woorden. | uw sollicitatie |
Vraagzinnen | Het kopje stelt een vraag. | Wat gebeurt er na uw sollicitatie? |
Stellende zinnen | De boodschap van de alinea is het kopje. | U hoort voor 16 maart of wij u uitnodigen voor een gesprek. |
De situaties met het huurcontract en de betalingsherinnering zien er met kopjes zo uit:
Voorbeeld

Kernalinea's tekst 1 (herinnering betaling)
Herinnering: betaal onze rekening van maart
U heeft deze rekening nog niet betaald. De uiterste datum hiervoor was 19 april. Het gaat om de rekening met nummer 34-101051. U vindt een kopie van de rekening bij deze e-mail.
Zorg dat het bedrag uiterlijk 12 mei op onze rekening staat
Na 12 mei verhogen wij het bedrag met €50 administratiekosten. Vermeld bij uw betaling nummer 34-101051.
Laat van u horen als u vragen heeft
Heeft u vragen of opmerkingen? Bel ons dan via (012) 345 67 89. Of stuur een mailtje naar s.delange@lichtglans.nl.
Voorbeeld

Kernalinea's tekst 2 (beëindiging huur)
Ik beëindig vanaf 1 mei 2035 het huurcontract van Dorpsstraat 35
Dit doe ik namens Suretech Solutions. Vanaf deze datum gaan wij verder vanaf ons nieuwe adres: Brink 3 in Horstendam.
Stelt u een datum en tijd voor de oplevering voor?
Graag zorg ik samen met u voor een soepele overdracht van het pand.
Graag ontvangen we voor 15 mei de €4.500 borg terug
Ik ga ervan uit dat u de inspectie van het pand voor deze datum kunt uitvoeren. U kunt de borg overmaken op rekening NL12KNAB0123456789 ten name van SureTech Solutions.
Ik hoor het graag als u vragen heeft
Bel me gerust via 06 123 456 78. Of stuur een e-mail naar f.belcanto@suretechsolutions.nl.
Stap 5: Controleer de inhoud
Kijk voordat je de tekst verder opbouwt of er nog informatie mist. Moet er misschien nog een boodschap bij? Of heb je in de onderbouwing iets vergeten te vermelden?
Je kunt drie dingen doen met missende informatie.
- Voeg het toe aan de tekst. Dan ben je volledig. Maar: pas op dat je tekst niet te lang wordt. En zet het op een logische plek.
- Doe er een bijlage bij of verwijs naar een website. Dan kan de lezer zelf bepalen of hij of zij verder wil lezen. Let op: die bijlage moet ook begrijpelijk geschreven zijn.
- Laat het weg. Dan blijft je tekst blijft kort en krachtig. Maar pas wel op dat je geen belangrijke informatie weglaat!
De infographic hieronder laat dat schematisch zien.
Kijk eens naar de situatie met de herinnering. Daar mist behoorlijk wat informatie die de lezer nu moet weten. Naar welk rekeningnummer moet het geld bijvoorbeeld? Hoe hoog is het bedrag? En, ook belangrijk… wat moet ik doen als ik de rekening niet kan betalen?
Allemaal informatie die de lezer nu nodig heeft. Ik voeg het dus toe aan de tekst. Die ziet er nu zo uit:
Voorbeeld

Kernalinea's tekst 1 (herinnering betaling) met toevoegingen
Herinnering: betaal onze rekening van maart
U heeft deze rekening nog niet betaald. De uiterste datum hiervoor was 19 april. Het gaat om de rekening met nummer 34-101051. U vindt een kopie van de rekening bij deze e-mail.
Zorg dat de € 179,50 uiterlijk 12 mei op onze rekening staat
Na 12 mei verhogen wij dit bedrag met €50 administratiekosten. Ons rekeningnummer is NL12RABO0123456789. Vermeld bij uw betaling nummer 34-101051.
Laat het ons weten als u vragen heeft of een betalingsregeling wilt
Heeft u vragen of opmerkingen? Bel ons dan via (012) 345 67 89. Of stuur een mailtje naar s.delange@lichtglans.nl. Bel of mail ons ook als u een betalingsregeling wilt afspreken.
Stap 6: Schrijf de inleiding
Gebruik je begrijpelijke taal? Dan schrijf je eigenlijk zoals je spreekt. Vooral bij de inleiding en het slot gaat dat vaak mis. Want: juist daar gebruiken veel mensen ouderwetse taal. En dat is nergens voor nodig. Ben je dus iemand die er nog regelmatig een ‘Naar aanleiding van’ uit gooit? Stop daar dan direct mee.
Hoe schrijf je een begrijpelijke inleiding na eerder contact?
Een sterke inleiding nadat je eerder contact hebt gehad schrijf je zo:
- Benoem het vorige contact. Afgelopen vrijdag stuurde u ons een e-mail.
- Benoem de inhoud van dat vorige contact. U wilt weten hoe u een extra aflossing op uw hypotheek kunt doen.
- Vertel waar deze brief of e-mail over gaat. Hieronder leest u ons antwoord.
Je kunt deze inleiding ook inkorten. Dat doe je door het vorige contact en de inhoud van het vorige contact samen te voegen. Bijvoorbeeld zo:
Afgelopen vrijdag vroeg u hoe u uw hypotheek extra kunt aflossen. Hieronder leest u ons antwoord.
Voorbeeld

Inleiding tekst 1 (herinnering betaling)
Vorige maand stuurden wij u een e-mail. Daarin vroegen wij u om de rekening van maart te betalen. In deze e-mail leest u hier meer over.
Hoe schrijf je een begrijpelijke inleiding zonder eerder contact?
Is er geen eerder contact geweest? Doe het dan op deze manier:
- Benoem je relatie met de lezer. U woont in de wijk Zonnedael.
- Benoem de directe aanleiding. Binnenkort begint de aanleg van glasvezelkabels in uw wijk.
- Vertel waar deze brief of e-mail over gaat. Hieronder leest u wat dat voor u betekent.
De inleiding van het voorbeeld waarin de huur wordt beëindigd ziet er zo uit:
Voorbeeld

Inleiding tekst 2 (beëindiging huur)
Ons bedrijf SureTech Solutions huurt van u een bedrijfspand aan Dorpsstraat 35. Wij groeien uit dit pand. Hieronder leest u wat dat betekent.
Stap 7: Schrijf de aanhef en eindgroet
Voorkom ook in de aanhef en eindgroet dat je ouderwetse taal gebruikt. ‘Geachte’ en ‘Hoogachtend’ zijn niet meer van deze tijd. Bovendien is het geen begrijpelijke taal. De woorden zijn te ingewikkeld voor mensen met taalniveau B1. Simpelweg omdat de woorden niet in hun dagelijks taalgebruik voorkomen.
Welke aanhef gebruik je?
Wat is dan wel een goede aanhef? Dat lees je in de tabel hieronder.
Informeel | Formeel | |
---|---|---|
Aanspreekvorm | jij/jouw | u/uw |
Brief of e-mail | Beste [voornaam], Hallo [voornaam], | Beste meneer [achternaam], Beste mevrouw [achternaam], |
Alleen e-mail | Goedemiddag [voornaam], | Goedemorgen mevrouw [achternaam], |
Welke eindgroet gebruik je?
Geen ‘Hoogachtend’ dus. Maar… wat dan wel? Een paar goede voorbeelden:
- Met vriendelijke groet,
- Vriendelijke groet,
- Hartelijke groet,
- Feestelijke groet, (alleen als het ook écht feest is)
Heeft jouw organisatie een standaard eindgroet? Dan gebruik je die natuurlijk. Maar is die nog enorm ouderwets? Wijs de verantwoordelijke afdeling dan gerust even op deze pagina. Via een mooi mailtje natuurlijk. 😉
De twee voorbeeldteksten zien er nu zo uit:
Voorbeeld

Tekst 1 (herinnering betaling) na stap 7
Beste mevrouw Hansen,
Vorige maand stuurden wij u een e-mail. Daarin vroegen wij u om de rekening van maart te betalen. In deze e-mail leest u hier meer over.
Herinnering: betaal onze rekening van maart
U heeft deze rekening nog niet betaald. De uiterste datum hiervoor was 19 april. Het gaat om de rekening met nummer 34-101051. U vindt een kopie van de rekening bij deze e-mail.
Zorg dat de € 179,50 uiterlijk 12 mei op onze rekening staat
Na 12 mei verhogen wij dit bedrag met €50 administratiekosten. Ons rekeningnummer is NL12RABO0123456789. Vermeld bij uw betaling nummer 34-101051.
Laat het ons weten als u vragen heeft of een betalingsregeling wilt
Heeft u vragen of opmerkingen? Bel ons dan via (012) 345 67 89. Of stuur een mailtje naar s.delange@lichtglans.nl. Bel of mail ons ook als u een betalingsregeling wilt afspreken.
Met vriendelijke groet,
Saskia de Lange
Lichtglans bv
Voorbeeld

Tekst 2 (beëindiging huur) na stap 7
Beste meneer Kamstra,
Ons bedrijf SureTech Solutions huurt van u een bedrijfspand aan Dorpsstraat 35. Wij groeien uit dit pand. Hieronder leest u wat dat betekent.
Ik beëindig vanaf 1 mei 2035 het huurcontract van Dorpsstraat 35
Dit doe ik namens Suretech Solutions. Vanaf deze datum gaan wij verder vanaf ons nieuwe adres: Brink 3 in Horstendam.
Stelt u een datum en tijd voor de oplevering voor?
Graag zorg ik samen met u voor een soepele overdracht van het pand.
Graag ontvangen we voor 15 mei de €4.500 borg terug
Ik ga ervan uit dat u de inspectie van het pand voor deze datum kunt uitvoeren. U kunt de borg overmaken op rekening NL12KNAB0123456789 ten name van SureTech Solutions.
Ik hoor het graag als u vragen heeft
Bel me gerust via 06 123 456 78. Of stuur een e-mail naar f.belcanto@suretechsolutions.nl.
Hartelijke groet,
Florian Belcanto
Suretech Solutions
En… je ziet het! Een professionele e-mail is het resultaat. En wil je ‘m als brief versturen? Dat kan ook prima. Datum erboven, uitprinten en klaar.
Begrijpelijk schrijven hoeft dus helemaal niet moeilijk te zijn. Maar: het vraagt wel om een heldere, gestructureerde aanpak. Volg de zeven stappen en je hebt elke keer de juiste toon te pakken.
Begrijpelijk schrijven: de puntjes op de I

Begrijpelijk schrijven is dus lezersgericht schrijven. En, je raadt het al: lezersgericht is het tegenovergestelde van schrijversgericht. Oftewel: vanuit je natuur schrijf je vaak precies op een manier die voor lezers minder prettig is. In dit hoofdstuk kijken we hoe je dat voorkomt. Hoe schrijf je lezersgericht op alineaniveau, zinsniveau én woordniveau?
Hoe schrijf je begrijpelijke alinea's?
Wat je ook schrijft, de lezer van jouw tekst heeft vragen en verwachtingen voordat hij of zij begint met lezen. Hoe sneller je die vragen beantwoordt, des te begrijpelijker is jouw tekst. Andersom: hoe meer je de lezer laat zoeken naar wat ‘ie belangrijk vindt, des te ingewikkelder is jouw tekst voor hem of haar.
Het probleem: Je schrijft al snel 'schrijversgericht'
Het probleem? Als schrijver redeneer je vaak precies andersom. Je bent snel geneigd om te beginnen met een onderbouwing of een bron. Vanuit daar schrijf je dan naar het argument toe. En na dat argument volgt de belangrijkste boodschap. Dit gebeurt vooral vaak als het nieuws voor de lezer niet al te positief is.
Let maar op:
Artikel 2.10, lid 1, onder d, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bepaalt dat een aanvraag voor een omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand. Wij hebben bepaald dat dit in uw situatie het geval is, gezien de erker uit uw bouwplan het uitzicht van uw buren op nummer 67 ernstig belemmert. Om deze reden wijzen wij uw aanvraag voor de bouw van de erker uit uw bouwtekening af.
'Indekgedrag' is schrijversgericht
In de tekst hierboven lijkt het alsof de schrijver zich wil indekken. Vanuit de positie van de schrijver is dat logisch. Die heeft onderzoek gedaan. Daaruit is een reden gekomen. Een reden waarom de lezer geen omgevingsvergunning voor z’n erker krijgt.
Maar wat gebeurt er bij de lezer? Die is maar op zoek naar één ding: het antwoord op z’n vraag! Goeie kans dat ‘ie daardoor de eerste paar regels van de alinea niet eens leest of in zich opneemt. Of: dat ‘ie de eerste regels opnieuw leest nadat ‘ie het antwoord weet. Hoe dan ook: de tekst begrijpend lezen duurt langer en is ingewikkelder. Dat komt doordat de structuur niet lezersgericht, maar schrijversgericht is.
Een begrijpelijke alinea begint met de belangrijkste informatie
Zet de belangrijkste informatie dus een logische plek in je tekst. Een prominente plek. Een plek aan het begin van de tekst. In een brief of e-mail is dat in de eerste zin van de eerste alinea onder de inleiding. Bijvoorbeeld zo:
U krijgt geen omgevingsvergunning om de erker uit uw bouwtekening te plaatsen. Uw bouwplan voldoet niet aan de eisen voor welstand. Concreet: het uitzicht van uw buren op nummer 67 verandert te veel als u deze erker plaatst. Dit besluit nemen wij op basis van artikel 2.10, lid 1, onder d, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
De belangrijkste boodschap voor de lezer zet je dus bovenaan een alinea. De kernboodschap zelf beantwoordt in dit geval de vraag ‘Krijg ik een omgevingsverunning voor m’n erker?’. Antwoord: Nee. De onderbouwing onder de kernboodschap beantwoordt de vragen die de lezer na het lezen van de kernboodschap waarschijnlijk heeft.
Bekijk de video hieronder voor een uitgebreide uitleg over hoe zo’n lezersgerichte alinea tot stand komt. De video komt uit onze online cursus Schrijven voor taalniveau B1.
Schrijf begrijpelijk: schrijf zoals je spreekt!
Ik zeg het nog maar eens: schrijf je begrijpelijk? Dan schrijf je zoals je spreekt. In het gesprek in de video zie je dat je daarmee automatisch een begrijpelijke, lezersgerichte alinea krijgt.
In de video heb ik het over ‘afrolbaar’. Dat betekent dat de alinea begint met de belangrijkste informatie. En dat de informatie daaronder steeds een stukje minder belangrijk wordt. Zodat de lezer hoe dan ook de belangrijkste informatie kent. Ook als hij of zij ergens middenin de alinea stopt met lezen.
Stopt de lezer in dit voorbeeld na de boodschap met lezen? Dan weet hij of zij in ieder geval dat het belangrijk is om die fleecetrui mee te nemen.
Hoe schrijf je begrijpelijke zinnen?
Staat een tekst bol van de lange zinnen? Dan:
- duurt het veel langer voordat de lezer ze begrijpend kan lezen;
- loop je het risico dat de lezer je tekst verkeerd begrijpt;
- wordt je tekst minder aantrekkelijk voor de lezer.
Het effect van korte zinnen? Je raadt het al: dat is precies het tegenovergestelde.
- Je leest ze sneller en gemakkelijker.
- Je weet meteen waar het over gaat.
- En, heel belangrijk: korte zinnen zijn niet voor meerdere interpretaties vatbaar.
Over het algemeen kunnen we stellen: Hoe korter de zinnen in een tekst, hoe begrijpelijker. Helaas kom je nog vaak zinnen tegen die veel te lang zijn. In brieven, e-mails, rapporten, in webteksten… ja, zelfs op social media. Overal dus.
Nu denk je misschien: hoe erg is dat nou, een zin die wat langer is? Bedenk je dan dit:
- Schrijf je regelmatig? Dan heb je qua taalkennis meestal een voorsprong op je lezers.
- Bekijk de zin in de context van de hele tekst. Eén langere zin, daar komt de lezer misschien nog wel doorheen. Maar: in een langere tekst staan vaak meerdere lange zinnen. Elke lange zin kost dan relatief veel moeite om doorheen te komen. En dat samen zorgt voor een taaie tekst.
Hoe je jouw zinnen kort houdt? Dat lees je hieronder.
Schrijf één boodschap per zin
De gemakkelijkste manier om je zinnen kort te houden: zet maximaal één boodschap in een zin.
Een voorbeeld:
De museumdirecteur laat de expositie doorgaan om daarmee de maatschappelijke discussie over vrijheid van meningsuiting te stimuleren.
Deze zin heeft twee boodschappen:
- De expositie gaat door.
- De museumdirecteur wil de discussie over vrijheid van meningsuiting stimuleren.
Schrijf je één boodschap per zin? Dan ziet de tekst er zo uit:
De museumdirecteur laat de expositie doorgaan. Daarmee wil ze de maatschappelijke discussie over vrijheid van meningsuiting stimuleren.
Je komt ook zinnen met drie of zelfs meer boodschappen tegen. Voorbeeld:
Wij verzoeken u vriendelijk het digitale intakeformulier in te vullen om ons een goed beeld te geven van uw situatie en herinneren u eraan dat uw eerste afspraak pas kan worden gepland na ontvangst van het formulier.
Ook deze zin maak je begrijpelijk door ‘m in meerdere delen te splitsen. Weer met één boodschap per zin.
Wij verzoeken u vriendelijk het digitale intakeformulier in te vullen. Dit om ons een goed beeld te geven van uw situatie. We herinneren u eraan dat uw eerste afspraak pas kan worden gepland na ontvangst van het formulier.
En het kan nóg korter en krachtiger. Kijk maar:
Vult u het digitale intakeformulier in? Dit geeft ons een goed beeld van uw situatie. Hebben we het formulier van u ontvangen? Dan plannen we uw eerste afspraak in.
Gebruik opsommingen
Soms is een opsomming een mooie manier om een lange zin op te breken. Een opsomming kun je gebruiken als er meerdere gelijkwaardige delen in een zin zitten.
Een voorbeeld van een zin met gelijkwaardige delen, zonder dat ze zijn opgesomd:
Opvallende kenmerken van de nieuwe Brechmann ZR zijn het elegante en moderne design, zijn krachtige prestaties, het luxe interieur en de geavanceerde technologische functies.
Als opsomming ziet dat er zo uit:
Opvallende kenmerken van de nieuwe Brechmann ZR:
- elegant en modern design
- krachtige prestaties
- luxe interieur
- geavanceerde technologische functies
Veel prettiger leesbaar dus!
Opsommingen met een volgorde
En heb je een opsomming waarbij de volgorde belangrijk is? Een stappenplan bijvoorbeeld? Gebruik dan cijfers als opsommingstekens. Bijvoorbeeld zoals in deze tekst voor jongeren met autisme die bang zijn voor de tandarts.
Dit zijn de stappen van een bezoek aan de tandarts:
- Afspraak maken: Bel de tandartspraktijk. Vraag om een afspraak voor een controle of behandeling. Hou je agenda bij de hand om een tijd af te spreken.
- Voorbereiding thuis: Poets je tanden vlak voordat je naar de tandarts gaat goed.
- Naar de tandartspraktijk: Ga op tijd naar de tandarts. Ben je zenuwachtig? Neem dan gerust iets mee dat je helpt om kalm te blijven. Of bijvoorbeeld een koptelefoon met je favoriete muziek.
- In de wachtkamer: Vertel bij de balie dat je bent aangekomen. Ga zitten en wacht rustig tot de tandartsassistent je naam noemt. Wil je jezelf bezighouden? Dan kun je een boek lezen, muziek luisteren of een spelletje op je telefoon spelen.
- Ontvangst door de tandartsassistent: De tandartsassistent neemt je mee naar de behandelstoel. Ben je bezorgd of zenuwachtig? Vertel het gerust aan de tandarts of de tandartsassistent.
- Controle door de tandarts: De tandarts controleert je tanden en kiezen. Daarna bespreekt de tandarts het met je als er problemen met je gebit zijn. Je kunt vragen stellen als iets niet duidelijk is.
- Behandeling: Als het nodig is, voert de tandarts een behandeling uit. Bijvoorbeeld het vullen van gaatjes. Probeer te ontspannen door diep adem te halen en te focussen op je ademhaling. Soms moet je een nieuwe afspraak maken voor een behandeling.
- Afspraak maken voor de volgende keer: Maak bij de balie een nieuwe afspraak voor een controle. Of voor een vervolgbehandeling, als dat nodig is.
Schrijf actief
Schrijf je actief? Dan benoem je heel concreet wie of wat de ‘hoofdrol’ speelt in je zin. En: wát diegene of datgene doet. Hoe concreter je zinnen, des te begrijpelijker je tekst.
Die ‘hoofdrolspeler’ noemen we het onderwerp van de zin. Wat de hoofdrolspeler doet, noemen we de persoonsvorm. Die termen ken je vast nog wel van vroeger op school.
De hond | blaft |
---|---|
Onderwerp | Persoonsvorm |
Wie/wat doet iets? | Wat doet hij/zij/het? |
![]() | ![]() |
Komen er veel van de hulpwerkwoorden hieronder in je zinnen voor? Dan schrijf je niet actief, maar passief. Een paar voorbeelden van hulpwerkwoorden:
- zijn
- worden
- kunnen
- zullen
- willen
Zo’n hulpwerkwoord vervangt namelijk een concreet onderwerp en persoonsvorm. En vervangt het voor iets vaags. Kijk maar:
Deze e-mail zal naar alle klanten worden verstuurd.
Deze e-mail | zal |
---|---|
Onderwerp | Persoonsvorm |
Wie/wat doet iets? | Wat doet hij/zij/het? |
![]() | ![]() |
Deze zin gebruikt zowel het hulpwerkwoord ‘zullen’ (zal) als ‘worden’. Daardoor mis je wie de brief stuurt. Hulpwerkwoorden maken de zin ook nog eens extra lang.
Hoe dan wel? Bijvoorbeeld zo:
Wij versturen deze e-mail naar alle klanten.
Wij | versturen |
---|---|
Onderwerp | Persoonsvorm |
Wie/wat doet iets? | Wat doet hij/zij/het? |
![]() | ![]() |
Nu zeg je wie het doet: wij. Oftewel: de organisatie. Wil je het persoonlijker of nóg concreter maken? Geef dan aan wie in de organisatie de brief verstuurt:
- Ik verstuur deze e-mail naar alle klanten.
- Gerda verstuurt deze e-mail naar alle klanten.
- Onze afdeling Communicatie verstuurt deze e-mail naar alle klanten.
Onderwerp | Persoonsvorm |
---|---|
Ik | verstuur |
Gerda | verstuurt |
Onze afdeling communicatie | verstuurt |
Wil je begrijpelijk schrijven? Dan voorkom je onnodige hulpwerkwoorden dus zo veel mogelijk. Vertel wie het doet, oftewel de hoofdrolspeler van de zin. En vertel wát hij, zij of het doet.
Aanloopzinnen
In een aanloopzin staan altijd minimaal twee boodschappen. Minimaal eentje te veel dus. En: de minst belangrijke boodschap staat achterin de zin. Aanloopzinnen zijn dus niet alleen te lang, maar ook schrijversgericht in plaats van lezersgericht. En daarmee vallen ze niet onder de noemer begrijpelijke taal.
Een voorbeeld van een aanloopzin:
Omdat gezonde voeding niet alleen goed is voor het lichaam, maar ook een positief effect heeft op de geestelijke gezondheid, adviseren huisartsen hun patiënten vaak om gezond te eten.
De belangrijkste informatie in deze zin? Het advies van huisartsen om gezond te eten. En het staat… helemaal achterin de zin. Resultaat: een lastig leesbare zin. Je moet ‘m misschien wel 2 a 3 keer lezen voordat je ‘m snapt.
Herschrijf je deze zin in begrijpelijke taal, dan komt dit eruit:
Huisartsen adviseren hun patiënten vaak om gezond te eten. Dat is goed voor je lichaam en voor je geestelijke gezondheid.
Deze hoef je maar één keer te lezen om ‘m te begrijpen. In deze herschrijving staat de belangrijkste informatie namelijk helemaal aan het begin. Dat maakt de rest van de informatie meteen een stuk logischer en dus beter te begrijpen. En de zin is opgesplitst in drie zinnen. Dat maakt de informatie begrijpelijker en prettiger leesbaar.
Aanloopzinnen: zo voorkom je ze
Een aanloopzin herken je gemakkelijk. Hij begint namelijk bijna altijd met één van deze woorden:
- Aangezien…
- Als…
- Gezien…
- Hoewel…
- Omdat…
- Om…
- Op grond van…
- Naar aanleiding van…
- Vanwege…
Volg deze stappen om aanloopzinnen te voorkomen:
- Ontdek de aanloopzin. Zoek naar zinnen in je tekst die beginnen met de woorden hierboven.
- Knip de onderdelen van de zin los. Elke boodschap krijgt in je herschrijving z’n eigen zin.
- Zet de onderdelen in de lezersgerichte volgorde. De belangrijkste informatie eerst.
- Pas de zinsdelen aan naar zelfstandige zinnen. Denk aan hoofdletters, komma’s en punten!
Hoe voorkom je lastige woorden?
Begrijpelijke taal begint bij het gebruiken van begrijpelijke woorden. Maar wat is nou een begrijpelijk woord?
Laten we eerst eens kijken naar wat moeilijke woorden zijn. We verdelen lastige woorden in deze categorieën:
- Schrijftaal en ouderwetse woorden
- Jargon en vaktaal
- Leenwoorden
- Vage woorden
- Afkortingen
- Woorden met meerdere betekenissen
Schrijftaal / ouderwetse woorden
Als mensen schrijven gebruiken ze vaak ineens lastigere woorden dan als ze praten. Alsof ze die gewichtige taal nodig hebben om hun woorden kracht bij te zetten. Voorkom dit. Schrijf je begrijpelijk? Dan schrijf je zoals je spreekt. Door het gemakkelijkste woord te gebruiken voor elke betekenis.
Lastig woord | Begrijpelijke vervanger |
---|---|
alsmede | en |
betreffende | over |
dienen | moeten |
eveneens | ook |
hetgeen | wat |
inzake | over |
mits | als |
trachten | proberen |
wanneer | als |
…en zo zijn er nog veel meer. Gebruik alleen de woorden in de rechter kolom. En voorkom dat je in één tekst meerdere verschillende woorden gebruikt voor iets wat hetzelfde betekent.
Jargon / vaktaal
Ben je veel met bepaalde termen bezig die voor de gemiddelde Nederlander niet heel bekend zijn? Bijvoorbeeld voor je werk? Stop die vaktermen dan niet in teksten die bedoeld zijn voor mensen die de betekenis misschien niet kennen.
Jargon/vaktaal | Begrijpelijke vervanger | Branche |
---|---|---|
influenza | griep | medische vaktaal |
fractuur | breuk | medische vaktaal |
metastase | uitzaaiing | medische vaktaal |
bak | treinwagon | conducteursjargon |
bila | overleg | kantoorjargon |
inschieten | in de agenda zetten | kantoorjargon |
oppakken | doen | kantoorjargon |
wandcontactdoos | stopcontact | vaktaal voor elektriciëns |
hemelwater | regen, sneeuw of hagel | vaktaal voor aannemers |
Leenwoorden
We lenen wat af in onze taal:
- Uit het Frans (bureau, plafond, boulevard, …);
- Uit het Duits (schwalbe, überhaupt, sowieso, …);
- Uit het Engels (platform, computer, plastic, …);
- Uit het Arabisch (suiker, caravan, safari, …);
- Uit het Latijn (aquarium, museum, agenda, …)
En vaak zijn die woorden helemaal ingeburgerd in onze taal. Zoals bij de woorden hierboven. Maar er zijn ook steeds meer leenwoorden die vraagtekens oproepen bij lezers. En waarvoor een prima Nederlandse vervanger bestaat. Bedenk dus altijd: is er een Nederlands woord met dezelfde betekenis? En is dat woord gemakkelijker? Dan gebruik je dat woord!
Lastig leenwoord | Begrijpelijke vervanger |
---|---|
agile | flexibel |
call | telefoontje |
challengen | uitdagen |
downsizen | reorganiseren |
hetgeen | wat |
occasion | tweedehands auto |
coulance | niet streng zijn |
fauteuil | stoel |
Vage woorden
Vaak zijn vage woorden zelf niet lastig. Maar de vaagheid zorgt ervoor dat de tekst alsnog niet begrijpelijk is. De oplossing: schrijf begrijpelijk, schrijf concreet!
Vaag voorbeeld:
Indien de kaartjes niet tijdig worden opgehaald, worden er maatregelen genomen. De gevolgen hiervan zijn voor uw rekening.
Concrete herschrijving:
Haalt u uw kaartjes niet uiterlijk 10 minuten voordat de film begint op? Dan kunnen wij uw kaartjes verkopen aan een andere bezoeker. Als dit gebeurt dan kunt u de filmzaal niet meer in.
Afkortingen
Kent je doelgroep de betekenis van een afkorting niet? Dan kan dit je hele tekst ontzettend onduidelijk maken. In deze situatie kun je twee dingen doen:
- Vervang de afkorting voor een begrijpelijk woord.
- Schrijf de afkorting één keer uit, met de afkorting tussen haakjes erachter. Zo ‘leer’ je de lezer wat de afkorting in jouw tekst betekent.
Vanaf 1 januari 2023 is de roetfiltertest een verplicht onderdeel van de algemene periodieke keuring (APK).
Dit onderwerp staat uitgebreid beschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Woorden met meerdere betekenissen
Soms heeft een woord meerdere betekenissen. Denk aan leer, kennis en golf. Dit betekent niet altijd dat je het woord liever niet gebruikt. Maar soms wel. Bijvoorbeeld hier:
U hoort uiterlijk 15 maart of wij u uitnodigen voor een gesprek.
‘Uiterlijk’ kan 2 dingen betekenen: ‘aan de buitenkant’ of ‘op z’n laatst’, zoals hier. Als je begrijpelijk wilt schrijven, dan is het beter om het woord te voorkomen. Bijvoorbeeld zo:
U hoort voor 16 maart of wij u uitnodigen voor een gesprek.
Bedenk bij woorden met meerdere betekenissen extra goed of het woord duidelijk is voor je doelgroep. En of er een gemakkelijker vervangend woord is dat géén dubbele betekenis heeft.
Gerelateerde artikelen
Echt begrijpelijk leren schrijven? Doe onze online cursus!
- >50 compacte video’s
- Leuke, leerzame oefeningen
- Snel resultaat: je oefent met jouw teksten